"Als Sint ben je vooral bezig met het opvoeden van ouders"
"Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor de figuur Sint-Nicolaas. Die vermomming is een uitstekende manier om iets te zeggen wat je anders niet zo snel zou zeggen." Aan het woord is Frederik Dupon: veertig jaar en vader van vier kinderen waarvan twee zeer gelovig zijn. In de goedheiligman welteverstaan. Voor die twee koters draagt Dupon een groot geheim met zich mee: hij is de goedheiligman zelf. In het Huis van de Sint spreek ik hem. Gevestigd in Sint-Niklaas. (Waar anders!)
Door: Dominique Verschuren
Hoe word je Sint-Nicolaas?
Dupon: "Je volgt een opleiding van drie avonden. Dat is een eenmalige cursus voor hulpsinterklazen en hulppieten. Die wordt iedere twee jaar gegeven. De eerste avond wordt de historiek uitgelegd. Waar de gewoonten en gebruiken van de Sint-Nicolaas-traditie vandaan komen. Dat is een antwoord op de vraag: Waarom doen weldenkende mannen een jurk aan? De tweede avond krijg je een uiteenzetting van de pedagogische en psychologische achtergrond van het kind. Concreet: Waarom stoppen kinderen op een bepaalde leeftijd met geloven in de Sint? Tot slot komen de kostuums en grime ter sprake alsook de lichaamstaal. En we doen examen. Als je slaagt voor je examen krijg je een getuigschrift en word je opgenomen in de lijst van Sinterimbureaus. Je bent dan een beëdigde Sinterklaas. Het examen is bedoeld om Sinterklaas op een hoger niveau te tillen. Er wordt niet streng geselecteerd, maar we zorgen wel voor een bewustwording. Dat de Sint toch weet wie hij is."
Schuilt in iedereen een Sint-Nicolaas?
Dupon: "Dat gaat moeilijk worden. De lengte is niet zo'n probleem: de staf en het kostuum zorgen ervoor dat je er altijd langer uitziet. Maar de stem... Ik was dertig jaar toen ik begon als Sinterklaas 'op niveau'. Daarvoor deed ik occasioneel optredens als de goedheiligman, bijvoorbeeld op de studentenvereniging. Ik was dus jong, maar mijn stem was meteen goed. (Praat met lage intonatie:) Je kunt je stem camoufleren door langzaam te praten. Maar zeker niet je stem vervormen, want dat houd je geen twintig kinderen vol. Lang-zaam pra-ten. Sint-Nicolaas praat trouwens algemeen beschaafd Nederlands."
Dupon: "Dat gaat moeilijk worden. De lengte is niet zo'n probleem: de staf en het kostuum zorgen ervoor dat je er altijd langer uitziet. Maar de stem... Ik was dertig jaar toen ik begon als Sinterklaas 'op niveau'. Daarvoor deed ik occasioneel optredens als de goedheiligman, bijvoorbeeld op de studentenvereniging. Ik was dus jong, maar mijn stem was meteen goed. (Praat met lage intonatie:) Je kunt je stem camoufleren door langzaam te praten. Maar zeker niet je stem vervormen, want dat houd je geen twintig kinderen vol. Lang-zaam pra-ten. Sint-Nicolaas praat trouwens algemeen beschaafd Nederlands."
Tieners die drugs als cadeau vragen
Dupon: "Je moet van kinderen houden om in de huid van de Sint te kruipen. Je kunt die rol niet spelen. Je wordt voor een stuk die persoon."
Maar u acteert toch?
Dupon: "Voor een stuk wel, voor een deel word ik Sint-Nicolaas."
Wat acteert u?
Dupon: "Het statige. Maar ook het naïeve, het niet met de nieuwe techniek om kunnen gaan, dat acteer ik. Verwondering om nieuw speelgoed dat de Sint niet kent. Bakugan bijvoorbeeld. Terwijl dat thuis gewoon in de kamer ligt omdat twee van mijn kinderen ermee spelen."
Dupon: "Het statige. Maar ook het naïeve, het niet met de nieuwe techniek om kunnen gaan, dat acteer ik. Verwondering om nieuw speelgoed dat de Sint niet kent. Bakugan bijvoorbeeld. Terwijl dat thuis gewoon in de kamer ligt omdat twee van mijn kinderen ermee spelen."
Dupon: "De aandacht voor het kind. Dat ben ik. Van die ellenlange brieven die je in het Grote Boek moet stoppen. Vaak zijn dat ook brieven van papa en mama die klagen over hun kinderen. 'Je moet beter naar mama luisteren. Je hebt deze week twee keer in bed geplast.' Ik probeer als Sint-Nicolaas daar altijd een positieve wending aan te geven: 'Wat goed dat je vijf dagen niet in bed geplast hebt!' Dat is die pedagogische taak. Al ben je als Sint vooral bezig met het opvoeden van ouders."
Toch komt u ook ettertjes tegen tussen al die kinderen?
Dupon: "Ik probeer in alle gevallen goed te zijn. Maar inderdaad na het 1073ste kind kan ik er ook wel eens even genoeg van krijgen. Het vervelendste kind is het kind dat er niet meer in gelooft. Dan is de betovering weg. Ik heb ook wel eens een aanvaring gehad met een stelletje tieners die om drugs en een auto als cadeau vroegen. Die werden op straat fysiek agressief. Slaan. In de rol van Sinterklaas ben je niet in staat om iets terug te doen. Het kostuum dat ik draag is een pak van waarde, ik draag waardigheid uit. Gelukkig heeft toen een passant mij geholpen. Nu begeleidt altijd iemand ons als we bezoeken brengen."
De grootste samenzwering van de Lage Landen
Wat doet u de rest van het jaar als u niet in de huid van Sint-Nicolaas kruipt?
Dupon: "Ik geef les op een middelbare school in Zele: godsdienst. De lessen gaan gewoon door met Sint-Nicolaas. Alleen op 5 december geef ik geen les. Ik ben vooral Sinterklaas op woensdagnamiddag en in het weekend. Mijn leerlingen weten wat ik doe. Ik wijd ze in in de geschiedenis van Sint-Nicolaas, zo raken ze meer gewend aan het idee. Ik geef ze ook de mogelijkheid om Zwarte Piet te spelen. Op dit moment zijn er tachtig jongeren die dat doen. En ook oud-leerlingen die al lang studeren blijven vragen of ze Piet mogen blijven spelen."
Heeft u last van het zwarte gat na 6 december (wanneer Sint-Nicolaas als een dief in de nacht van het schouwtoneel verdwijnt)?
Dupon: "Daar val ik absoluut niet in. Ik geef toe: het is heerlijk, al die aandacht. Maar na 6 december is het werk absoluut niet gedaan. Als leraar moet ik achterstallig werk inhalen. En wat denk je van mijn vrouw, die is maar wat blij als het 7 december is; ben ik weer vaker thuis. Ik zwaai overigens wel soms in mijn burgerkleding naar kleine kinderen, maar die reageren dan heel merkwaardig. (lacht)"
Is het niet vreemd: het Sinterklaasfeest lijkt de grootste samenzwering van de Lage Landen. Het is zelfs een taboe om in de media onomwonden te berichten over de man achter Sint-Nicolaas.
Dupon: "Mooi hè, dat volwassen mensen op zulke momenten de magische fantasiewereld kunnen binnenstappen."
Hoe reageerde u zelf als kind op het bericht dat Sint-Nicolaas niet bestond?
Dupon: "Vreemd genoeg herinner ik me niet meer dat ze tegen me zeiden dat hij niet bestond. Dat is een teken dat ik er klaar voor was. Als het te vroeg zou zijn gekomen, zou ik het me de rest van mijn hebben blijven herinneren. Dan was het een trauma geworden. Nu niet. In de psychologische ontwikkeling van het kind is zeven à acht jaar de gemiddelde leeftijd waarop je zoiets kunt vertellen. Dat hangt samen met de scheiding tussen fantasie en de reële wereld. Klopt dat allemaal wel? Waarom heeft de Sint soms een buikje en dan weer niet? Waarom heeft hij soms een bril op en soms ook niet? De magie wordt doorbroken. Maar dat geldt niet voor iedereen. Bijvoorbeeld volwassen, mentaal gehandicapten. Die blijven geloven in de goedheiligman. Als je bij die mensen over de vloer bent, moet je extra attent zijn. In hun enthousiasme kunnen ze gemakkelijk een stuk van je kostuum wegtrekken. Dat is ook de reden waarom ik nooit kinderen op schoot neem."
Sint op het toilet
Welke impact heeft zo'n kostuum voor u?
Dupon: "Sint-Nicolaas zonder kostuum is geen Sint. Ik heb eens een interview gedaan voor de radio als Sint in mijn gewone kleren en het viel niet mee om die rol neer te zetten. Het pak helpt om Sint te worden."
Hoe kleedt u zich aan?
Dupon: "In mijn metamorfose begin ik altijd met mijn lenzen in te doen. Ik draag als Sint nooit een bril. Wat denk je van al die opgefokte kinderen in een ruimte. Die is dan al flink opgewarmd. Uit de winterse kou buiten kom ik dan zo'n kamer binnen en dan beslaat je bril onmiddellijk en zie je niets meer. Lenzen dus. Daarna doe ik mijn sokken en schoenen aan. Vervolgens de albe, dat is het witte kleed waar een touw omheen wordt geslagen, de singel. Zoals bij iedere bisschop. Vervolgens leg ik de stola over mijn schouders en doe ik een kruis om. Niemand ziet die, want mijn baard zit ervoor, maar het kruis hoort erbij. Daarover de rode mantel. Ik plak grijze of witte wenkbrauwen op en een baard, een snor en een pruik. Tot slot de mijter, handschoenen met de ring."
Wat doet u als u naar het toilet moet?
Dupon: "Dan heb ik een probleem. Gisteren heb ik het kostuum aan gehad van tien uur 's ochtends tot negen uur 's avonds. Dus het komt er wel eens van. Maar ik kan moeilijk alles uitdoen en weer aandoen. Hier in het Huis van de Sint zijn er speciale toiletten zodat het wat gemakkelijker gaat. Je moet uitkijken dat je geen publiek schouwspel wordt. Het is me een keer overkomen dat een schare volwassen fans me achternazaten en zich stonden te vergapen hoe ik naar het toilet ging. De Piet die mij normaal beschermt was juist bezig mij van iets anders te vrijwaren. Als het erop aankomt lost Piet de problemen op. Hij is een soort geriatrisch assistent. (lacht)"