Posts tonen met het label onbekende bijzondere mensen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onbekende bijzondere mensen. Alle posts tonen

zondag 25 november 2012

Frederik Dupon over zijn gewichtige taak als de goedheiligman

"Als Sint ben je vooral bezig met het opvoeden van ouders"

"Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor de figuur Sint-Nicolaas. Die vermomming is een uitstekende manier om iets te zeggen wat je anders niet zo snel zou zeggen." Aan het woord is Frederik Dupon: veertig jaar en vader van vier kinderen waarvan twee zeer gelovig zijn. In de goedheiligman welteverstaan. Voor die twee koters draagt Dupon een groot geheim met zich mee: hij is de goedheiligman zelf. In het Huis van de Sint spreek ik hem. Gevestigd in Sint-Niklaas. (Waar anders!)

Door: Dominique Verschuren

Hoe word je Sint-Nicolaas?
Dupon:
"Je volgt een opleiding van drie avonden. Dat is een eenmalige cursus voor hulpsinterklazen en hulppieten. Die wordt iedere twee jaar gegeven. De eerste avond wordt de historiek uitgelegd. Waar de gewoonten en gebruiken van de Sint-Nicolaas-traditie vandaan komen. Dat is een antwoord op de vraag: Waarom doen weldenkende mannen een jurk aan? De tweede avond krijg je een uiteenzetting van de pedagogische en psychologische achtergrond van het kind. Concreet: Waarom stoppen kinderen op een bepaalde leeftijd met geloven in de Sint? Tot slot komen de kostuums en grime ter sprake alsook de lichaamstaal. En we doen examen. Als je slaagt voor je examen krijg je een getuigschrift en word je opgenomen in de lijst van Sinterimbureaus. Je bent dan een beëdigde Sinterklaas. Het examen is bedoeld om Sinterklaas op een hoger niveau te tillen. Er wordt niet streng geselecteerd, maar we zorgen wel voor een bewustwording. Dat de Sint toch weet wie hij is."


Schuilt in iedereen een Sint-Nicolaas?
Dupon:
"Dat gaat moeilijk worden. De lengte is niet zo'n probleem: de staf en het kostuum zorgen ervoor dat je er altijd langer uitziet. Maar de stem... Ik was dertig jaar toen ik begon als Sinterklaas 'op niveau'. Daarvoor deed ik occasioneel optredens als de goedheiligman, bijvoorbeeld op de studentenvereniging. Ik was dus jong, maar mijn stem was meteen goed. (Praat met lage intonatie:) Je kunt je stem camoufleren door langzaam te praten. Maar zeker niet je stem vervormen, want dat houd je geen twintig kinderen vol. Lang-zaam pra-ten. Sint-Nicolaas praat trouwens algemeen beschaafd Nederlands."

Tieners die drugs als cadeau vragen

Dupon: "Je moet van kinderen houden om in de huid van de Sint te kruipen. Je kunt die rol niet spelen. Je wordt voor een stuk die persoon."

Maar u acteert toch?
Dupon:
"Voor een stuk wel, voor een deel word ik Sint-Nicolaas."

Wat acteert u?
Dupon: "Het statige. Maar ook het naïeve, het niet met de nieuwe techniek om kunnen gaan, dat acteer ik. Verwondering om nieuw speelgoed dat de Sint niet kent. Bakugan bijvoorbeeld. Terwijl dat thuis gewoon in de kamer ligt omdat twee van mijn kinderen ermee spelen."

Wat acteert u niet?
Dupon:
"De aandacht voor het kind. Dat ben ik. Van die ellenlange brieven die je in het Grote Boek moet stoppen. Vaak zijn dat ook brieven van papa en mama die klagen over hun kinderen. 'Je moet beter naar mama luisteren. Je hebt deze week twee keer in bed geplast.' Ik probeer als Sint-Nicolaas daar altijd een positieve wending aan te geven: 'Wat goed dat je vijf dagen niet in bed geplast hebt!' Dat is die pedagogische taak. Al ben je als Sint vooral bezig met het opvoeden van ouders."


Toch komt u ook ettertjes tegen tussen al die kinderen?
Dupon:
"Ik probeer in alle gevallen goed te zijn. Maar inderdaad na het 1073ste kind kan ik er ook wel eens even genoeg van krijgen. Het vervelendste kind is het kind dat er niet meer in gelooft. Dan is de betovering weg. Ik heb ook wel eens een aanvaring gehad met een stelletje tieners die om drugs en een auto als cadeau vroegen. Die werden op straat fysiek agressief. Slaan. In de rol van Sinterklaas ben je niet in staat om iets terug te doen. Het kostuum dat ik draag is een pak van waarde, ik draag waardigheid uit. Gelukkig heeft toen een passant mij geholpen. Nu begeleidt altijd iemand ons als we bezoeken brengen."


De grootste samenzwering van de Lage Landen

Wat doet u de rest van het jaar als u niet in de huid van Sint-Nicolaas kruipt?
Dupon:
"Ik geef les op een middelbare school in Zele: godsdienst. De lessen gaan gewoon door met Sint-Nicolaas. Alleen op 5 december geef ik geen les. Ik ben vooral Sinterklaas op woensdagnamiddag en in het weekend. Mijn leerlingen weten wat ik doe. Ik wijd ze in in de geschiedenis van Sint-Nicolaas, zo raken ze meer gewend aan het idee. Ik geef ze ook de mogelijkheid om Zwarte Piet te spelen. Op dit moment zijn er tachtig jongeren die dat doen. En ook oud-leerlingen die al lang studeren blijven vragen of ze Piet mogen blijven spelen."


Heeft u last van het zwarte gat na 6 december (wanneer Sint-Nicolaas als een dief in de nacht van het schouwtoneel verdwijnt)?
Dupon:
"Daar val ik absoluut niet in. Ik geef toe: het is heerlijk, al die aandacht. Maar na 6 december is het werk absoluut niet gedaan. Als leraar moet ik achterstallig werk inhalen. En wat denk je van mijn vrouw, die is maar wat blij als het 7 december is; ben ik weer vaker thuis. Ik zwaai overigens wel soms in mijn burgerkleding naar kleine kinderen, maar die reageren dan heel merkwaardig. (lacht)"


Is het niet vreemd: het Sinterklaasfeest lijkt de grootste samenzwering van de Lage Landen. Het is zelfs een taboe om in de media onomwonden te berichten over de man achter Sint-Nicolaas.
Dupon:
"Mooi hè, dat volwassen mensen op zulke momenten de magische fantasiewereld kunnen binnenstappen."


Hoe reageerde u zelf als kind op het bericht dat Sint-Nicolaas niet bestond?
Dupon:
"Vreemd genoeg herinner ik me niet meer dat ze tegen me zeiden dat hij niet bestond. Dat is een teken dat ik er klaar voor was. Als het te vroeg zou zijn gekomen, zou ik het me de rest van mijn hebben blijven herinneren. Dan was het een trauma geworden. Nu niet. In de psychologische ontwikkeling van het kind is zeven à acht jaar de gemiddelde leeftijd waarop je zoiets kunt vertellen. Dat hangt samen met de scheiding tussen fantasie en de reële wereld. Klopt dat allemaal wel? Waarom heeft de Sint soms een buikje en dan weer niet? Waarom heeft hij soms een bril op en soms ook niet? De magie wordt doorbroken. Maar dat geldt niet voor iedereen. Bijvoorbeeld volwassen, mentaal gehandicapten. Die blijven geloven in de goedheiligman. Als je bij die mensen over de vloer bent, moet je extra attent zijn. In hun enthousiasme kunnen ze gemakkelijk een stuk van je kostuum wegtrekken. Dat is ook de reden waarom ik nooit kinderen op schoot neem."


Sint op het toilet

Welke impact heeft zo'n kostuum voor u?
Dupon:
"Sint-Nicolaas zonder kostuum is geen Sint. Ik heb eens een interview gedaan voor de radio als Sint in mijn gewone kleren en het viel niet mee om die rol neer te zetten. Het pak helpt om Sint te worden."


Hoe kleedt u zich aan?
Dupon:
"In mijn metamorfose begin ik altijd met mijn lenzen in te doen. Ik draag als Sint nooit een bril. Wat denk je van al die opgefokte kinderen in een ruimte. Die is dan al flink opgewarmd. Uit de winterse kou buiten kom ik dan zo'n kamer binnen en dan beslaat je bril onmiddellijk en zie je niets meer. Lenzen dus. Daarna doe ik mijn sokken en schoenen aan. Vervolgens de albe, dat is het witte kleed waar een touw omheen wordt geslagen, de singel. Zoals bij iedere bisschop. Vervolgens leg ik de stola over mijn schouders en doe ik een kruis om. Niemand ziet die, want mijn baard zit ervoor, maar het kruis hoort erbij. Daarover de rode mantel. Ik plak grijze of witte wenkbrauwen op en een baard, een snor en een pruik. Tot slot de mijter, handschoenen met de ring."


Wat doet u als u naar het toilet moet?
Dupon:
"Dan heb ik een probleem. Gisteren heb ik het kostuum aan gehad van tien uur 's ochtends tot negen uur 's avonds. Dus het komt er wel eens van. Maar ik kan moeilijk alles uitdoen en weer aandoen. Hier in het Huis van de Sint zijn er speciale toiletten zodat het wat gemakkelijker gaat. Je moet uitkijken dat je geen publiek schouwspel wordt. Het is me een keer overkomen dat een schare volwassen fans me achternazaten en zich stonden te vergapen hoe ik naar het toilet ging. De Piet die mij normaal beschermt was juist bezig mij van iets anders te vrijwaren. Als het erop aankomt lost Piet de problemen op. Hij is een soort geriatrisch assistent. (lacht)"

woensdag 31 oktober 2012

About Love III. Love is everywhere. Just look around. So many people you see everyday. All of them with their own stories, their needs, desires and disappointments. Third in row talking about his experiences is Jersey.

"If my parents say something that touches me, I just try to be distant and empty"

On May 25th, Jersey turns eighteen. This will be the happiest day of her life. Then she can redeem herself from her parents. Parents who do not understand her. Parents who don't want to know about her boyfriend. Parents who don't really know their daughter any longer, because Jersey is pretending for years.

By Dominique Verschuren

Jersey: "No single night goes by without crying. My parents are so against me. I don't know what I can improve to make them happy. The only thing I really want, my friend, they try to take away from me. I have a lot of nightmares. I can't tell my parents, because they even more withdraw and I do not want that. I do not know what I can do. In the evening I think how I can change so they would accept him. But I find no solution, except... the only thing I really don't want, and that's leaving him. "

Because he wanted

"My boyfriend is nine years older. I met him two years ago know. I was fifteen years old and student employee at my father's work. He still had a girlfriend and they didn't go very well together. And between us getting better. I don't want to steal someone from someone else. But then came that opportunity and we took it. Two years later we're still together.

To his former girlfriend I don't have hard feeling. I was jealous when he spend evenings at home and was with her and not with me. Naturally my feelings said: let those two split up so he can be with me. But when they are together and they are happy together, who am I to break it? If my current boyfriend hadn't been there, I would have looked further.

I would do anything I can to make him happy, and put my own happiness aside. But I wouldn't let him lead. I used to do that, let myself fully guided by what my ex-boyfriend wanted. I have many regrets. I haven't done things because he didn't want to. My current boyfriend is very different, he is always there for me. We miss each other so much that we might go too fast and do stupid things. I am the one who stands on the brakes. I'm very afraid for my parents. My parents are not happy with the choice of my boyfriend. He works very hard, he tries to help everyone. I don't understand why my parents think so negative about my friend. Friends of my dad started to say: "They have been together for so long, it's serious. Isn't time to set them free? '"

"Inside I'm broken"

"I've always had a very good relationship with my parents, especially with my dad. Due to seeing my current boyfriend, I have the impression that my dad feels unnecessary. He is afraid of losing me. They are very similar, they often think the same. Lately they try, unconsciously I think, to be the completely opposite of each other. A kind of competition. My dad doesn't want to lose me, my friend doesn't want to lose me. I think my dad is jealous because I can be happy with someone else, with someone who is so much older and who resembles him so much.

The relationship with my boyfriend is very under pressure. We know that if we do something wrong now, it can go very badly. Often we're standing on an edge. In the beginning the response was: 'Your friend is ruining your life, you don't know what you're starting." Now I'm proving that he is better, and I think my parents can't accept that. Since I am with my friend, my school results are better than ever before. It has to be good now, then we can leave the problems behind and being together.

I am proving myself. It is a craving for recognition. This recognition for what I do, I miss. That they would say spontaneously that they saw it wrong and they see we do our best and make every attempt to do it right. They let me loose for all things which have nothing to do with my boyfriend. But if it has to do with him they keep me short. Every time they make a fuzz, I try to find a solution so that there's no longer a problem to make. Then they find always a reason why they don't like him. I don't know why. If I ask, I always get different answers. First it was the age, but I feel much older than I am. I can't imagine that I would be together with someone my own age. Those boys are just not on the same wavelength. Those older guys have experienced more, they know more.

I'm trying to act now as happy as possible, so my parents don't see it, but inside I'm really broken. I have often tried to tell them. But their only response was screaming at me. More and more I close myself for my parents. If my parents say something that touches me, I just try to be distant and empty. The last two years I have played someone else.

There were days that I wanted to grab my bag with clothes to leave, but I couldn't because I love my parents. That bag is still in my closet and I'll probably never use it. But knowing that the bag is in my closet, gives me a sense of peace.

Super Lucky in Love

"If I forget my problems I'm super happy in love. (Laughs)

I'm really tired. Tired of fighting. I'm exhausted. I always try to be strong so nobody sees it, the only person who knows how devastated I am is my friend. I maintain by thinking it's going to be okay. Sometimes I can't stand it anymore and then I have to say: "Stop!" Think about my own happiness. But I try as much as possible to please everyone and keep my own happiness aside. So far it works pretty good.

I've always said, if my parents continue to do as they do now, forbid everything, I'll leave on my eighteenth. I'll be left on May 25th of next year. That is not so long, the stress starts to increase. I've been through so much misery, pretending I was happy while I wasn't. I'm not afraid of that day, May 25th, I am already preparing for so long. About what I'm saying, how I'm going to say, where I'm going to say... How will my parents react, in what situation are we? Hopefully they will understand me if I'm going to explain. Really afraid of that date, no, my friend longs for so long. And me too, but I've always been afraid for change. I can conform very well, but I'm always afraid for change."

 

dinsdag 23 oktober 2012

de Liefde III. De liefde is overal. Kijk maar om je heen. Zoveel mensen die je op een dag ziet. Allemaal met hun eigen verhalen, hun behoeften, verlangens en teleurstellingen. De derde in de reeks die over haar ervaringen vertelt is Jersey.

"Als mijn ouders iets zeggen dat mij raakt, dan probeer ik gewoon afstandelijk en leeg te zijn"
 
Op 25 mei wordt Jersey achttien. Dat wordt de gelukkigste dag van haar leven. Dan kan ze zichzelf verlossen van haar ouders. Ouders die zich niet kunnen inleven. Ouders die niets van haar vriend moeten weten. Ouders die al lang niet meer weten wie hun dochter werkelijk is, omdat Jersey zich al jaren anders voordoet dan ze is.
 
Door Dominique Verschuren
 
Jersey: "Er gaat geen nacht voorbij dat ik huil. Mijn ouders werken zo tegen. Ik snap niet wat ik beter kan doen om hen gelukkig te maken. Het enige dat ik echt graag wil, mijn vriend, proberen ze mij af te nemen. Ik heb enorm veel nachtmerries. Ik kan dat niet tegen mijn ouders zeggen, omdat ze zich dan nog meer van mij wegtrekken en dat wil ik niet. Ik weet niet wat ik nog kan doen. 's Avonds denk ik er dan over na wat ik zou kunnen veranderen waardoor zij hem zouden kunnen aanvaarden. Maar ik vind niets, buiten... het enige dat ik echt niet wil, en dat is weggaan bij hem."
 
Dingen laten, omdat hij dat wilde
 
"Mijn vriend is negen jaar ouder. Ik leerde hem twee jaar geleden kennen. Ik was vijftien jaar en jobstudent op het werk van mijn vader. Hij had toen nog een vriendin en dat ging niet meer zo goed. En tussen ons steeds beter. Ik wil niet iemand afpakken van iemand anders. Maar toen kwam toch die kans en die kans hebben we gegrepen. Twee jaar later zijn we nog altijd samen.

Ten opzichte van zijn toenmalige vriendin had ik geen haatgevoelens. Ik was wel jaloers, als hij dan 's avonds thuis kwam en hij zat bij haar en niet bij mij. Natuurlijk zei mijn gevoel: laat die twee uit elkaar gaan, zodat hij met mij kan zijn. Maar als zij samen zijn en ze zijn samen gelukkig, wie ben ik dan om dat breken? Ik ga dan ook wel iemand anders vinden van wie ik kan zeggen: dat is 'm. Als mijn huidige vriend er niet was geweest, dan had ik verder gekeken.

Ik zou alles doen wat ik kan om hem gelukkig te maken en mijn eigen geluk daarvoor een deel aan de kant te zetten. Maar ik zou mij niet laten leiden. Ik heb dat vroeger gedaan, mijn volledig laten leiden door wat mijn ex-vriend wilde. Ik heb daar enorm veel spijt van. Ik heb dingen gelaten, omdat hij dat wilde. Mijn huidige vriend is heel anders, die staat altijd voor mij klaar. We missen elkaar zo dat we misschien te snel gaan en domme dingen doen. Ik ben dan degene die op de rem gaat staan. Ik ben enorm bang voor mijn ouders. Mijn ouders zijn helemaal niet blij met de keuze van mijn vriendje. Hij werkt superhard, hij probeert iedereen te helpen. Hij probeert zijn eigen geluk aan de kant te zetten. Ik snap niet dat mijn ouders zo negatief denken over mijn vriend. Vrienden van mijn papa beginnen het ook te zeggen: 'Ze zijn al zo lang samen, het is serieus. Word het niet eens tijd om los te laten?'"
 
"Van binnen ga ik kapot"
 
"Ik heb altijd een super goede band gehad met mijn ouders, in het bijzonder met mij papa. Door met mijn vriend te gaan heb ik de indruk dat mijn papa zich overbodig voelt. Hij is bang dat hij mij gaat kwijtraken. Ze lijken ook veel op elkaar, ze denken vaak hetzelfde. Laatste tijd proberen ze juist, onbewust denk ik, volledig tegenovergesteld te zijn van elkaar. Soort concurrentie. Mijn papa wil mij niet kwijt, mijn liefje wil me niet kwijt. Ik denk dat mijn papa jaloers is op dat ik zo gelukkig kan zijn bij iemand die zoveel ouder is en zoveel op hem lijkt.

De relatie met mijn vriend staat erg onder druk. We weten dat als we nu iets verkeerds doen, het heel slecht kan uitvallen. We staan vaak op een rand. Hoe langer het duurt hoe moeilijker het is om het zelfvertrouwen te krijgen om te zeggen: 'Het is serieus, laat mij mijn eigen leven leiden, laat me doen wat ik wil.' In het begin was de reactie: 'Jouw vriend verpest jouw leven, je weet niet waar je aan begint.' Nu ben ik aan het bewijzen dat hij het nog beter maakt, en ik denk dat mijn ouders daar ook niet tegen kunnen. Sinds ik met mijn vriend ben, zijn mijn studiepunten fel omhoog gegaan. Het moet nu allemaal goed zijn, want dan zijn we ervan af en dan kunnen we samen zijn.

Ik ben me aan het bewijzen. Het is een hunkering naar erkenning. Die erkenning voor wat ik doe, mis ik. Dat ze uit zichzelf zouden zeggen: wij waren verkeerd en we zien wel dat je je best doet en dat je er alles aan probeert te doen om het goed te krijgen. We gaan je meer loslaten. Ze laten me los voor alle zaken die niets te maken hebben met mijn vriend. Maar als het te maken heeft met mijn vriend houden ze mij kort. Iedere keer als ze ergens een probleem van maken, dan probeer ik daarvoor een oplossing te vinden zodat ze er geen probleem meer van hoeven te maken. Dan vinden ze altijd wel iets nieuws dat hen niet aanstaat aan hem. Ik weet niet waar het hem in zit. Als ik het vraag, krijg ik altijd verschillende antwoorden. Eerst was het de leeftijd, maar ik voel me veel ouder dan ik ben. Ik kan me niet voorstellen dat ik samen zou zijn met iemand van mijn eigen leeftijd. Die jongens zitten gewoon niet op dezelfde golflengte. Die oudere jongens hebben al iets meer meegemaakt, die weten iets meer.

Ik probeer nu zo gelukkig mogelijk te doen, zodat mijn ouders het niet zien, maar van binnen ga ik echt kapot. Ik heb al vaak geprobeerd om dat te vertellen aan hen. Maar hun enige reactie is roepen naar mij. Meer en meer sluit ik mij af voor mijn ouders. Als mijn ouders iets zeggen dat mij raakt, dan probeer ik gewoon afstandelijk en leeg te zijn. De laatste twee jaar speel ik iemand anders.

Er zijn dagen geweest dat ik mijn zak wilde pakken met kleren om te vertrekken, maar dat lukte me niet, omdat ik ook van mijn ouders hou. Die zak ligt nog altijd in mijn kast en waarschijnlijk ga ik die nooit gebruiken. Maar wetende dat die zak in mijn kast ligt, geeft mij wel een gevoel van rust.
 
Supergelukkig in de liefde
 
"Als ik al mijn problemen wegdenk dan ben ik supergelukkig in de liefde. (lacht) 
 
Ik ben ontzettend moe. Moe van het strijden. Ik ben kapot. Ik probeer mij altijd sterk te houden zodat niemand het ziet, de enige persoon die weet hoe kapot ik ben is mijn vriend. Ik hou het vol door te denken dat het goed komt. Hopen dat het snel voorbij is. Soms kan ik het inderdaad niet meer aan en dan moet ik zeggen: 'Nu moet het stoppen!' Denken aan mijn eigen geluk. Maar ik probeer het voor iedereen zo goed mogelijk te houden en mijn eigen geluk aan de kant te zetten. Tot nu toe werkt dat redelijk goed.

Ik heb altijd gezegd: als mij ouders blijven doen zoals ze nu doen, volledig verbieden, dan vertrek ik op mijn achttiende. Dan ben ik volledig weg, op 25 mei van het komende jaar. Dat is niet meer zo lang, de stress begint wel toe te nemen. Ik heb al zoveel miserie meegemaakt, gedaan alsof ik gelukkig was, terwijl ik het niet was. Ik ben niet bang voor die dag, 25 mei, ik ben me er al zolang op aan het voorbereiden. Over wat ik ga zeggen, wanneer ik het ga zeggen, hoe ik het ga zeggen, waar ik het ga zeggen... Hoe gaan mijn ouders reageren, in welke situatie zitten we? Hopelijk begrijpen ze mij als ik het ga uitleggen. Echt bang voor die datum, nee, mijn vriend verlangt er al zo lang naar. En ik ook, maar ik ben altijd zo bang geweest voor de verandering. Ik kan me heel goed aanpassen, maar ik ben altijd bang voor de verandering."

 

dinsdag 9 oktober 2012

About Love II. Love is everywhere. Just look around. So many people you see everyday. All of them with their own stories, their needs, desires and disappointments. Second in row talking about his experiences is Frank.
 
How can you possibly be disappointed in love?
 
 
"I haven't had much luck in love." Frank (27) doesn't know the great love. His experiences are everything but rosy. It happens to him, like that profiteer who cost him a fortune. Or he made his decision: "I thought: nevermind the intimacy and I made an appointment with him. A couple of days after I turned 18. He picked me up from school and we had sex. Then I knew what it was."
 
By Dominique Verschuren
 
Frank: "Some people say: 'I'm disappointed in love.' How can you possibly be disappointed in love?! Love is something that is. You can be disappointed in people, but not in love. Someone can cherish love for you, but maybe you're not open for it, because you don't see it or you're not ready. Love is an abstract idea, but in my world love is something very pure and completely disinterested. If someone says 'I'm disappointed in love' then I guess he uses a wrong expression. You're disappointed in a person or in a situation, but not in love."
 
Mother
 
"I don't think that many people want to die. People like to live. Considering how far we go to help people to survive, it becomes clear how much value we attach to life. People who doesn't like to life are fools in my opinion. They don't see the value of life. That value is to love, to discover the world. Knowing you will never find the truth. Living life is worthwhile. Our culture is permeated by a fear of death. It would be much worse when you're old and you come to the conclusion that your life have deteriorated to such trifles. I'm afraid of that. If your parents die you hope that you know your parents through and through, that everything is spoken out. I think a lot of things between me and my parents have not been spoken out. Often the people with whom you have a difficult relationship know most of you. They are similar or struggling with the same problems.

In terms of character I look like my mother: nervous, stubborn and with a fighting spirit. My mother is concerned and affective. My mother also felt guilty because she was ill. Cancer. I was ten years old. She became very much aware that her children had to be quick independently or that they had to realize that they soon would be motherless. She often felt that she was absent in our education. I've never experienced. She was always there."
 
A desire, but no regrets
 
"I was bullied a lot at school. Children always look at appearance. Once I wanted to give a birthday party but no one showed up. I was so pissed. At the secondary I hated everybody. I was very cynical and bitter. I began to resist anyone. If everyone had view a I choose automatically opinion b. Even if I was not agree with view b. Such a teenager I was. Maybe I hated myself. I was definitely not relax. I had a relationship with L., the only girl with whom I ever had a relationship. I thought I was in love, but it was not love. It was more the desire to know what it was like to have a girlfriend.

When I was with L. I always had to watch a boy, S. He kept me very busy. At some point you realize that this is not the way that straight guys interested in other guys. S. lived in another part of town. I cycled from a distance and take a detour, so I could watch him a little longer. On the internet I watched porn at that time. Initially straight porn. But I caught myself that I had a lot more attention to the man in the piece and so I went silently to gay porn. At a certain point I could not hold it and I wanted to tell S. that I loved him. Then I gave him a love letter. I've waited a while, but no response. I called him. I asked: 'Did you get my letter?' 'Yeah, but I'm not interested.' Then I went for a walk in the backyard, I scaled the summerhouse and cried. That was that. The blues, the heartbreak of a child.

You have puppy love, which gets over and a few years later you don't remember the person you were in love with. But there are also people like S. You remember them, because you have been in love with them pretty long. Longing for the naivety and innocence you had then and you have lost. It is a desire, but they are no regrets. Everyone has to lose naivety, it is the way things go. So I don't feel regret looking back to that naive period. It doesn't hurt anymore. You look back on it more mildly. But a desire remained. "
 
Suspicious in a healthy way
 
"Four years ago a profiteer walked into my life. It lasted for three months, but it had enormous consequences. I didn't see him as a criminal first. He was affectionate, he showed a lot of attention to me. Typical behaviour of those profiteers. They show a lot of attention, that is an investment for them to take advantage of you later. He saw easily how empathic I was. Then he started his pathetic act and started asking for money. And I just gave it to him.

But I was cramped. Would I help him? I was so stubborn, because my parents had already asked: "Does he take advantage?" I refused to believe that he was a profiteer, I wanted to do everything to succeed. I was frustrated because my cousins all had relationships that lasted longer. Every Christmas I was asked: "When are you coming with a friend?" I was sick of hearing that. I also saw that some things didn't fit in that story, but I banned them. I wanted my parents to be wrong, while they clearly felt that it was not right. I necessarily wanted to succeed. If I had to give money for this, then I did it.

When I confessed how much money I had given to that man, then my parents confronted me. 'Someone who loves you, don't ask for money,' they said. I felt very guilty. Because that was the money my parents had put aside for me for years. The money that I just wasted on someone. It was more than a half year salary.

Things like this leave of course something behind. It makes you suspicious in a healthy way. You wait a bit longer. Will his actions match with his words? Then you can better assess whether a person is trustworthy or not. Even in the first weeks and months when you are in love you can be healthy suspicious."
 
Incredible alienated
 
"I haven't had much luck in love. In the sense that there is a lot of love experiences that others have known and where I can't talk about. For instance a childhood sweetheart, exploring together the first innocent adolescent sexual experiences. For me it went pretty rough. At one point I wanted to know. I thought: nevermind intimacy, I wanted to know how it was to have sex and I just met someone. A. couple of days after I turned 18. He picked me up at school and then we had sex and then I knew what it was. At that moment it was quite nice. But once you're satisfied and you go away, an incredibly alienation from yourself and from the other person overwhelms you.

"The great love I do not have known in my life. I want to believe in it. I think love never came across because long time I was not ready for it. Because I was not finished with myself. Now I'm best friends with myself and I am ready for it, but other practical problems rise. Often they deal with trust. Performance anxiety.

The great love is someone with whom you feel really connected. Even when that person disappears out of your life the feeling of connection remains. I think a great love has to do a lot with the ability to be intimate. The person with whom you can be more intimate than with the rest of the people running around, that is great love to my. That intimacy is also mentally. That's all you normally do not reveal to anyone. If you can reveal that to that one person, then it's a great sign of intimacy to me."

 

donderdag 4 oktober 2012

de Liefde II. De liefde is overal. Kijk maar om je heen. Zoveel mensen die je op een dag ziet. Allemaal met hun eigen verhalen, hun behoeften, verlangens en teleurstellingen. De tweede in de reeks die over zijn ervaringen vertelt is Frank.
 
"Hoe kun je nu teleurgesteld zijn in de liefde?"
 
 
"Ik heb niet veel geluk gekend in de liefde." Frank (27) kent de grote liefde niet. Zijn ervaringen zijn allesbehalve rooskleurig. Het overkwam hem, zoals die ene profiteur die hem veel geld kostte. Een andere keer maakte hij zelf een keuze: "Ik dacht: laat die intimiteit maar zitten en ik heb gewoon met iemand afgesproken. Een paar dagen nadat ik volwassen was. Hij pikte mij op school op en toen hebben we seks gehad. Toen wist ik wat het was."
 
Door Dominique Verschuren
 
Frank: "Sommige mensen zeggen: ik ben teleurgesteld in de liefde. Hoe kun je nu teleurgesteld zijn in de liefde?! Liefde is iets dat is. Je kunt teleurgesteld zijn in mensen, maar toch niet in de liefde. Als iemand liefde voor jou koestert kun je daar misschien niet ontvankelijk voor zijn, omdat je het niet ziet zitten of omdat je er niet klaar voor bent. Liefde is een abstract idee, maar in mijn belevingswereld is liefde iets heel zuiver en compleet belangeloos. Als iemand dat zegt 'Ik ben teleurgesteld in de liefde' dan vind ik dat mensen zich verkeerd uitdrukken. Je bent teleurgesteld in een persoon of in een situatie, maar niet in de liefde."
 
Moeder
 
"Ik denk niet dat er veel mensen zijn die graag sterven. Mensen zijn graag, mensen leven graag. Als je ziet hoe ver wij gaan om mensen in leven te houden, dan wordt wel duidelijk hoeveel waarde wij hechten aan het leven. Mensen die niet graag leven vind ik dwazen. Omdat zij de waarde van het leven niet inzien. Die waarde is liefhebben, de wereld om je heen ontdekken. Weten dat je nooit de waarheid zult doorgronden, omdat de waarheid een abstract begrip is. Het leven geleefd te hebben is waardevol. Onze cultuur is doordrongen van een angst voor de dood. Het zou veel erger zijn als je oud bent en je komt tot de conclusie dat je je leven hebt gesleten aan onbenulligheden. Natuurlijk ben ik daar bang voor. Als je ouders sterven hoop je toch dat je je ouders door en door kent, dat alles is uitgesproken. Ik denk dat er een heleboel zaken tussen mij en mijn ouders nog niet zijn uitgesproken. Vaak weten de mensen met wie je een moeilijke relatie hebt het meeste van je, ze zijn heel gelijkaardig aan jou of worstelen met dezelfde problemen.

Qua karakter lijk ik op mijn moeder: zenuwachtig, koppig en met een vechtlust. Mijn moeder was bezorgd, affectief. Mijn moeder voelde zich ook schuldig, omdat ze ziek werd. Kanker. Ik was een jaar of tien. Ze werd zich er heel erg van bewust dat de kinderen snel zelfstandig moesten worden of dat ze moesten beseffen dat ze snel geen moeder meer zouden hebben. Ze heeft vaak het idee gehad dat ze afwezig was in de opvoeding. Mijn ouders zijn markthandelaren. Dat heb ik nooit zo ervaren. Voor mijn gevoel is ze er altijd geweest."
 
Een verlangen, maar geen spijt
 
"Ik werd veel gepest op school. Kinderen kijken altijd naar uiterlijk. Ik heb ooit een verjaardagsfuif willen geven maar niemand kwam opdagen. Ik had daar zo de pest in. Op het middelbaar kreeg ik een hekel aan iedereen. Ik was heel cynisch en bitter. Ik begon tegen iedereen in te gaan. Als iedereen mening a had nam ik stelling b in. Zelfs als ik niet achter mening b stond. Zo'n puber was ik. Misschien haatte ik mezelf. Ik zat zeker niet goed in mijn vel. Ik had toen een relatie met L., het enige meisje met wie ik ooit een relatie heb gehad. Ik dacht dat ik verliefd was, maar verliefdheid was het niet. Het was meer de wil om te weten hoe het was om een liefje te hebben.

Toen ik bij L. in de klas zat moest ik altijd naar een jongen kijken, S. Hij hield me heel erg bezig. Op een gegeven moment besef je dat dat niet de manier is waarop heterojongens geïnteresseerd zijn in andere jongens. S. woonde in een ander deel van de stad. Op een gegeven moment fietste hij aan de andere kant van de school, maar ik wilde hem toch zien. Dus ik fietste gewoon van op een afstand mee en met een omweg fietste ik daarna naar huis, zodat ik wat langer naar hem kon kijken. Op internet zat ik in die tijd ook porno te bekijken. Aanvankelijk heteroporno. Maar ik betrapte mij er op dat ik bij het bekijken veel meer aandacht had voor de man in het stuk en zo ben ik geruisloos overgegaan op homoporno. Op een gegeven moment kon ik het niet meer houden en wilde ik het zeggen aan die jongen dat ik verliefd op hem was. Toen heb ik hem een liefdesbrief geschreven. Ik heb een tijd gewacht, maar er kwam geen reactie. Ik wilde niet meer wachten, ik heb hem gebeld. Toen vroeg ik: 'Heb je mijn brief ontvangen?' 'Ja, maar ik wil er niet van weten, ik ben niet geïnteresseerd.' Toen ben ik in de achtertuin gaan wandelen, heb ik het tuinhuis half afgeschilferd en liggen janken. Dat was het dan. The blues, het liefdesverdriet van een kind.

Je hebt kalverliefde, die gaat over en een paar jaar later herinner je je de persoon niet meer op wie je verliefd was. Maar je hebt ook mensen zoals S. Die onthoud je wel, omdat je er toch behoorlijk lang verliefd op bent geweest. Verlangen naar de naïviteit en onschuld die je toen had en die nu verloren is gegaan. Het is een verlangen, maar het is geen spijt. Iedereen moet zijn naïviteit verliezen, het is de natuurlijke gang van zaken. Dus het is niet met spijt dat ik terugkijk naar die naïeve periode. Het doet geen pijn meer. Je kijkt er milder op terug. Maar een verlangen is gebleven."
 
Gezond wantrouwen
 
"Vier jaar geleden liep een profiteur mijn leven binnen. Dat heeft drie maanden geduurd, maar het heeft levensgrote consequenties gehad. Ik zag hem eerst niet als een crimineel. Hij was affectief, hij toonde veel aandacht voor mij. Dat is typisch voor die profiteurs. Ze tonen heel veel aandacht, dat is voor hun een investering om nadien van je te profiteren. Een manier om je los te krijgen. Hij zag al snel dat ik een groot empathisch vermogen had. Toen begon hij zielig te doen en om geld te vragen. En ik gaf hem dat gewoon.

Maar ik kreeg het wel heel benauwd. Zou ik daar op in gaan? Ik was zo koppig, want mijn ouders hadden al gevraagd: 'Hij profiteert toch niet van jou?' Ik weigerde erin te geloven dat hij een profiteur was, ik wilde er alles aan doen om het laten slagen. Ik was gefrustreerd omdat mijn neven en nichten allemaal relaties hadden die langer duurden. Iedere kerst kreeg ik de vraag: 'Wanneer kom jij met een vriend af?' Ik was dat kotsbeu. Ik zag ook wel dat er dingen niet klopten in dat verhaal, maar ik bande dat uit. Ik wilde mijn ouders ongelijk geven, terwijl ze toch overduidelijk aanvoelde dat het niet goed zat. Ik wilde het per sé doen slagen. Als ik daarvoor het geld moest geven, dan deed ik dat maar. Dat was de overweging.

Toen ik opbiechtte hoeveel geld ik had gegeven aan die man, toen hebben mijn ouders mij ermee geconfronteerd. Iemand die van je houdt, vraagt geen geld van je. Ik voelde me enorm schuldig. Want dat was het geld dat mijn ouders jarenlang opzij hebben gezet voor mij. Het geld dat ik zomaar had verspild aan iemand. Het ging om meer dan een half jaarloon.

Zoiets laat natuurlijk wel iets achter. Je wordt er gezond wantrouwig van. Je wacht toch een beetje af, je gaat pas later waarde hechten aan de woorden die die persoon zegt. Komen zijn daden overeen met zijn woorden? Dan kun je een betere inschatting maken of een persoon betrouwbaar is of niet. Zelfs als je verliefd bent kun je gezond wantrouwig zijn in de eerste weken, maanden."
 
Ongelofelijk vervreemd van jezelf
 
Ik heb niet veel geluk gekend in de liefde. In die zin dat er heel veel liefdeservaringen zijn die anderen hebben gekend waar ik niet over mee kan praten. Bijvoorbeeld een jeugdliefde, als puber samen de eerste onschuldige seksuele ervaringen ontdekken. Bij mij is dat vrij ruw gegaan. Op een bepaald moment wilde ik het weten. Ik dacht: laat die intimiteit maar zitten, ik wilde weten hoe het was om seks te hebben en ik heb gewoon met iemand afgesproken. Een paar dagen nadat ik volwassen was. Hij pikte mij op school op en toen hebben we seks gehad en toen wist ik wat het was. Op het moment zelf was het wel aangenaam, maar van zodra dat je bevredigd bent en je gaat weg, dan ben je ongelofelijk vervreemd van jezelf en van die andere persoon.

"De grote liefde heb ik nog niet gekend in mijn leven. Ik wil er wel in geloven. Ik denk dat ik de grote liefde nooit ben tegengekomen omdat ik er lange tijd niet klaar voor was. Omdat ik niet klaar was voor mezelf. En nu dat ik opnieuw beste vrienden ben met mezelf en er wel klaar voor ben, steken altijd praktische zaken de kop op. Die hebben vaak met vertrouwen te maken. Faalangst. Ik ben klaar met mezelf, maar ik heb wel faalangst.

De grote liefde is iemand waar je je heel verbonden mee voelt. Zelfs als die persoon uit je leven verdwijnt dan blijft dat gevoel van verbondenheid over. Ik denk dat een grote liefde ook veel te maken heeft met de mogelijkheid om intiem te zijn. De persoon met wie je intiemer kunt zijn dan met de rest van de personen die er rond lopen, dat is voor mij de grote liefde. Die intimiteit is ook mentaal. Dat is alles wat je normaal niet prijsgeeft aan eender wie. Als je dat toch kunt prijsgeven aan die ene persoon, dan is dat voor mij een groot teken van intimiteit."
 
 
 

vrijdag 21 september 2012

de Liefde I. De liefde is overal. Kijk maar om je heen. Zoveel mensen die je op een dag ziet. Allemaal met hun eigen verhalen, hun behoeften, verlangens en teleurstellingen. Een van hen is Martha, de eerste uit een reeks.
 
"Uiteindelijk hou ik het meest van mijn neefjes, omdat die mij nodig hebben"
 
Martha is 34 jaar en maagd. Eén keer een man gezoend. Wat weet zij van de liefde? Alles, als je praat over verlangens. En over de grenzen van wat je kan verdragen: "Ik heb mijn gevoelens voor hem nooit met zoveel woorden tegen hem gezegd. Ik heb hem dat nooit gezegd, omdat ik bang ben dat hij me keihard zou uitlachen."
 
Door Dominique Verschuren
 
Martha: "Ik vind mezelf niet abnormaal, ook al is de westerse cultuur gericht op seks. Het is gewoon zo gelopen. Niet uit religieuze overtuiging of een principekwestie, alsof ik wacht totdat ik getrouwd ben. Nee, bij mij is dat niet beladen. Ik weet natuurlijk niet of ik iets mis. Soms denk ik er wel over na waarom ik nog geen seks heb gehad. Afgelopen donderdag bijvoorbeeld met J. was heel romantisch, het had heel goed afgesloten kunnen worden in een king size bed. Maar niet met hem, zolang hij samen is met zijn vrouw. Ik voel me te goed om een van de flirts te zijn.

Ik was dertig toen ik voor het eerst zoende. Ik heb niet de buitengewone behoefte gehad om te voelen hoe het is om te zoenen, of hoe het is om een man in me te voelen. Als je dat niet weet kun je dat ook niet missen. Veel van mijn vrienden zijn vrijgezel, dus het is ook niet zo'n issue. De Flair staat iedere week vol met seksonderwerpen. Voor mij staat dat in dezelfde categorie als dat de Flair wekelijks vol staat met recepten, terwijl ik niet zo'n keukenprinses ben. Natuurlijk interesseert seks mij meer dan koken, maar je leest het eens en dan blader je weer verder."

De moed van je overtuiging
 
"J. kwam mijn leven ingelopen tijdens de toneelles. Het eerste wat ik dacht was: wat voor een autistisch geval hebben ze in de groep gegooid? Dat was J. In zo'n groep praat je inhoudelijk over de teksten, je leert elkaar daardoor goed kennen. J. zat er met een lang gezicht bij, maar langzaam ontdooide hij. Hij begon het voortouw te nemen. Langs de ene kant staat hij op zijn strepen, hij spreekt uit waar hij voor staat. Anderzijds durft hij er niet voor te gaan. Hij mist de moed van zijn overtuiging.

J. heeft ooit gezegd dat ik gevaarlijk voor hem was. Ik speelde in een toneelstuk zijn verloofde. Hij pakt me dan de hele avond vast en kussen, als onderdeel van de rol. Toch was het anders als hij dat met mij deed dan met andere actrices. Dat was anderen ook opgevallen. Hij zei me: 'Jij bent gevaarlijk voor mij.' Ik was geflatteerd. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er wakker van gelegen heb. Ik was in de wolken.

Drie jaar geleden hebben we gezoend. Ik had het moeilijk op mijn werk toen. Op een avond, terwijl ik de volgende dag zo lang mogelijk wilde uitstellen, hebben wij uren aan een tafeltje elkaars hand vastgepakt. Zelfs toen zijn beste vriend binnenkwam bleven wij zo zitten. Toen ik naar huis ging hebben wij gekust. Ik vind het jammer dat het bij een keer is gebleven.





Ik heb heel lang niet geweten dat J. een vriendin had. Hij had daar niets over gezegd. Zijn vriendin F. ontdekte ik per ongeluk, toen we bij hem thuis repeteerden. F. was kortaf en onvriendelijk tegen ons. Ik denk dat zij jaloers was. Zij vond onze groep niet leuk. Zij komt ook nooit naar een voorstelling. Ik weet niet of zij wel weet dat er voorstellingen zijn. Intussen zijn ze getrouwd.

Ik heb mijn gevoelens voor hem nooit met zoveel woorden tegen hem gezegd. Hij moet het wel weten van een vriendin van mij. Ik heb hem dat nooit gezegd, omdat ik bang ben dat hij me keihard zou uitlachen. Hij zou dat misschien niet doen, maar ik ben er wel bang voor. Dat wil ik niet.

Je kunt misschien wel denken dat hij speelt met mijn gevoelens, maar dat voel ik zo niet aan. Het zijn uiteindelijk mijn gevoelens. Ik kan gewoon veel van hem verdragen. Ik geniet van hem. Afgelopen donderdag nog: gedichtenavond. Wij wandelen eerst naar de plaats waar de gedichten gelezen worden. J. is er ook. Hij staat bij zijn vrienden en ineens komt hij op me af. Heel enthousiast: 'Wat leuk dat je er bent!' We hebben twintig minuten gearmd naar een hele mooie zonsondergang gekeken. Toen dacht ik: waarom ga ik hier niet mee verder? Dat is natuurlijk omdat hij getrouwd is. Want ondanks alles is hij nog altijd bij F."

Onvoorwaardelijke liefde
 
"Ik denk niet dat J. mijn grote liefde is. Omdat ik denk dat ik me anders veel minder zou laten tegenhouden door F. Ik heb dat bij mijn zus gezien, die was zo verliefd op haar ex-man dat zij haar leven in Turnhout heeft achtergelaten, haar vrienden en vriendinnen... Zij koos twee honderd procent voor haar ex-man. Als ik de juiste dingen zeg of doe, dan zou het wel iets kunnen worden tussen J. en mij, druk uitoefenen, ultimatums. Maar dat wil ik niet, ik wil niet dat hij zo voor mij kiest. Dat moet spontaan gaan, dat moet van hem komen. Mijn zus was blind voor alle rationele moeilijkheden, zij zag die gewoon niet. Ik denk dat je dat doormaakt als je je grote liefde hebt gevonden. Ik pak die dochter er wel bij, die scheiding is ook geen probleem, net zo min als het leeftijdverschil. De grote liefde, daar ga je blind voor. Die ben ik nog nooit tegengekomen.

Ik heb ook nooit datingsites geprobeerd. Ik koester het romantische idee dat het vanzelf moet komen. Mijn ideale voorstelling is: je gaat naar de supermarkt, je laat per ongeluk je mandje vallen, de appels rollen over de grond, iemand helpt de appels oprapen en je kijkt in elkaars ogen en dat is het. Ik geloof er niet echt in, maar ik hoop er stiekem wel op. Al dat gedoe van datingsites, dat vind ik geforceerd. Ik ga niet op een datingsite tussen al die wanhopige mensen staan. Ik ben liever alleen eenzaam dan in een relatie, denk ik. Eenzaamheid kan me overvallen. Dan heb ik een half uur lang heel erg medelijden met mezelf. Dan moet er goede muziek op, of er belt iemand, of ik heb iets leuks gepland op de agenda. Dan is het over.

Uiteindelijk verwacht ik toch iemand bij wie ik volledig mezelf kan zijn. Ik heb wat te bieden, inhoud, warmte, aandacht... Maar alleen als ik mezelf kan zijn. Ik wil heel graag kinderen, maar ik durf dat niet alleen. Een collega van mij is 23 en zwanger. Ik ben meer dan tien jaar ouder, dan steekt dat wel. Kinderen zijn een doelstelling op zichzelf. Ik heb niet alleen een man nodig om die kinderen te maken, maar ik heb ook een man nodig om die kinderen mee op te voeden. Iemand die af en toe zegt: 'Nu ga jij iets anders doen, ik zorg voor de kinderen.' Iemand om keuzes mee te delen, om mijn overbezorgdheid te compenseren.





De gedachte dat ik de grote liefde niet ga tegenkomen beangstigt mij. Dan zie ik mijzelf helemaal zielig alleen in een bejaardentehuis. De vraag beantwoorden of ik gelukkig ben in de liefde vind ik moeilijk. Ik ben bij heel veel mensen geliefd, maar ik zou graag willen dat die ene van mij houdt. Ik zoek iemand die, net als mijn familie, onvoorwaardelijk van mij houdt. Voor een deel is dat misschien een illusie. Ik hoop niet dat ik keihard moet veranderen om iemand tegen te komen die mij graag ziet. Ik ben wie ik ben. Dat is mijn grootste voor- en mijn grootste nadeel. Uiteindelijk, als ik erover nadenk, hou ik het meest van mijn twee neefjes. Omdat die mij nodig hebben. Dat zegt veel, hè?"


zondag 3 juni 2012

Blinde Bram geeft zijn kijk op de Sinksenfoor

‘Ik ben een groot kind dat helemaal van voor af aan begint.’


Het is weer Pinksteren. Dat betekent wekenlang plezier op de Sinksenfoor. Voor de meesten van ons. Maar hoe beleeft een blinde de kermis van Antwerpen? Bram De Rijcke, 35 jaar en zeer slechtziend, geeft zijn visie op de Sinksenfoor.

 

Door Dominique Verschuren



“Als je een goed zicht hebt is de kermis leuk omdat je tegelijk kan kijken en wandelen," legt De Rijcke uit. "Bij mij lukt dat niet. Ik moet mij hard focussen op mijn weg. Daardoor kan ik geen aandacht schenken aan de rest om mij heen. Bij mij is het: wandelen, stoppen, kijken, wandelen, stoppen, kijken... Dat is niet aangenaam en bovendien zeer vermoeiend.”

Voordat het noodlot toesloeg leidde De Rijcke een leven zoals ieder ander: “Ik ben afkomstig uit Zoersel, even buiten Antwerpen. Op 16-jarige leeftijd kwam ik naar Antwerpen. Ingetrokken bij mijn vriendin. Zij was twee jaar ouder en afkomstig uit Oost-Malle. Zij studeerde aan de universiteit voor handelsingenieur. Ikzelf volgde aan de Antwerpse hotelschool de opleiding voor slager, waarna ik snel een job vond.”

Nadat het noodlot hem trof kreeg het begrip ‘aanpassingsvermogen’ voor De Rijcke een totaal nieuwe dimensie. Hij werd ‘zeer slechtziend tot blind’ verklaard. Letterlijk betekent dat in zijn geval: door het rechteroog ziet hij zwart, het linkeroog laat voor dertig procent licht door. Om nog maar te zwijgen van het gebrek aan diepteperspectief.

“Muziek, achtergrondlawaai, flikkerende lichten, de menigte om me heen... Er komt van alles op je af, maar je kan het niet waarnemen. Je moet gaan zoeken waar wat vandaan komt. Het kost mij allemaal meer moeite om het in me op te nemen. Daarnaast moet ik me ook nog concentreren op lopen. Dat kost veel energie.”

Een stom, allesbepalend toeval

Zoals velen onder ons verliefd worden, zo overkwam De Rijcke zijn slechtziendheid. Zomaar. Onaangekondigd en meedogenloos.

Tijdens de feestelijke nacht van 1 januari 2002 vergaapte half Europa zich aan de nieuwe eurobiljetten die aanvoelden als Monopolygeld. In diezelfde nacht viel er in Wilrijk een jongeman van 25 met balkon en al negen meter naar beneden. De Rijcke ontsnapte ternauwernood aan de dood. Zijn leven nam voorgoed een andere wending.

“Het is nieuwjaarsnacht. Met twaalf man zijn wij een feestje aan het bouwen. Tegen drie uur vraag ik aan mijn vriendin om te gaan slapen. Zij antwoordt: we blijven nog even op. Een uur later, om vier uur ’s nachts, gaat de bel. Mijn vriendin pakt de parlofoon maar verstaat niet wie daar beneden iets tegen haar zegt. Ik ga kijken op het balkon en het balkon breekt af. Eerder die dag had ik er nog een lange tijd op gestaan om de kerstverlichting op te ruimen. Ik val negen meter omlaag. Een vriend en mijn vriendin rennen acuut naar beneden. Totdat de ambulance arriveert hebben zij met mij op de stoep gezeten. Mijn gezicht in haar schoot. Het bloed uit mijn mond vegend zodat ik niet zou stikken. De traumatische beelden teisteren nog altijd haar nachtrust."

In het ziekenhuis constateerden de artsen een opendijbeenbreuk, een verbrijzelde knieschijf, een schedelbasisfractuur en een gebroken sleutelbeen. Twee maanden lang lag De Rijcke in een coma. Sindsdien zijn zijn reuk- en smaakzin aangetast. Hij verloor zijn gevoel in de linkerkant van zijn gezicht. Door zijn linkeroor hoort hij niets meer. De schedelbasisfractuur heeft van alles beschadigd in zijn hoofd. Bovendien kan De Rijcke fysiek niet meer huilen. Om het kwartier druppelt hij zijn ogen om uitdroging te voorkomen.

De onverbiddelijke optimist in hem neemt snel de overhand als hij relativeert: “Ik heb het geluk gehad dat ik stapje voor stapje bij bewustzijn ben gekomen. Dan kan je het geleidelijk verwerken. Als je een ongeluk hebt gehad en je wordt de volgende dag wakker dan krijg je de schrik van je leven als je plotsklaps merkt hoe je erbij ligt. Uiteindelijk heb ik een half jaar in het ziekenhuis gelegen. Daarna volgde de lange weg terug. Ik ben nog steeds onderweg.”

Een blinde in de cinema?

Op straat en op de kermis kijken mensen vreemd op als ze een jongeman met een witte stok in de hand zien passeren. Sommigen gezichten verraden nieuwsgierigheid. Anderen kijken De Rijcke aan alsof ze E.T. lijken te herkennen.

“Ik heb daar weinig last van. Ik zie dat letterlijk en figuurlijk amper. Natuurlijk ben ik me daar wel bewust van. Het is ook niet alledaags. Je ziet wel eens een blinde op straat lopen, maar het blijft toch iets ongewoons. Weet je wanneer de mensen raar opkijken? Als ik naar de cinema ga. Daar begrijpen ze niets van: Wat komt iemand met zo’n stok nu in de cinema doen?”

Doordat beelden onze waarneming domineren overschaduwen ze volledig de andere prikkels die op ons afkomen. Ook op de kermis eisen de kleuren en de bewegingen alle aandacht op. We zouden bijna vergeten welke geluidseffecten worden gebruikt om ons zintuigen aan te wakkeren. De Rijcke is de perfecte gids om goedziende mensen door een wazige jungle te leiden.

“Als jij straks dit bandje met al die achtergrondgeluiden afluistert om je artikel uit te tikken, dan pas realiseer jij je hoe het voor mij is om over de kermis te lopen. Je kunt het misschien het beste voorstellen als een duistere omgeving met gigantisch veel mensen. Het is niet volledig zwart maar wel donker. Als op een afgelegen weg zonder lantaarns. Zo weinig licht dat je nauwelijks iets ziet. Bovendien kan je op straat de mensen nog waarschuwen door te tikken met je stok. Hier op de Sinksenfoor lukt dat niet. Het lawaai overstemt alles.”

Verkeerde plaats, verkeerd moment

De kans dat De Rijcke ooit nog zal kunnen zien is nihil. In zijn omgeving voltrok zich een natuurlijk scheiding tussen 'vrienden' en echte vrienden. En hij is verwikkeld in een slepende rechtszaak met zijn voormalige huisbaas.

“Onze verzekering staat tegenover hun verzekering. Zij hebben voor honderd procent goedgekeurd dat het hun fout is. Het is nu een geldkwestie. Ik was slager, verdiende goed. Tel dat maar op: ik heb financieel serieus geleden. Hoe hoog het bedrag wordt weet ik niet precies... Het moet zeker oplopen tot in de honderdduizenden euro’s.”

Ook de relatie met zijn vriendin sneuvelde: “We zijn op tijd uit elkaar gegaan, op vriendschappelijke basis. Ik had mijn energie nodig om te herstellen en me op mijn toekomst te richten. Een vriendin slorpt veel aandacht op. Makkelijk heeft zij het sindsdien niet gehad. Ze voelt zich schuldig omdat zij nog wilde opblijven, terwijl ik liever ging slapen. Ze verwijt zichzelf dat ik door haar met het balkon naar beneden ben gevallen. Bovendien loopt zij nog altijd met traumatische herinneringen rond. Die heeft het lastiger dan ik. Voor mij is het een groot zwart gat; ik weet niets meer van die avond."

Op gezette tijden maalt het in zijn hoofd. Eén vraag staat centraal: Wie denkt aan het begin van de avond dat hem een paar uur later zoiets vreselijks overkomt? “Ik ben gelukkig niet bevattelijk voor depressies, maar zoals iedereen heb ik goede en slechte dagen. Van die dagen dat ik in bed blijf liggen en denk: Verdomme, weer een vervelende dag voor me. Natuurlijk pieker ik met de vraag: Waarom? Verkeerde plaats, verkeerd moment? Een echt antwoord vind je daar nooit op. Ik troost me met de gedachte dat ik me nog dingen kan herinneren van vroeger zodat ik mij een voorstelling kan maken.

De geur van de zee

Weet je wat ik echt mis? De geur van de zee. Die kleine dingen in het leven mis ik toch wel. Eten proef ik niet, maar ik geniet wel van het uitzicht op mijn bord. Aan zo’n culinaire creatie hecht ik meer belang dan aan de smaak. Iedereen is altijd zeer ingetogen als ik kom eten, want ik zeg altijd dat het lekker is."

Buiten een projector om documenten tientallen malen uitvergroot te kunnen lezen vallen twee computers op in zijn appartement. “Vroeger was ik slager, nu werk ik met computers. Nadat ik uit het ziekenhuis kwam ben ik terechtgekomen bij Licht en Liefde. Zij hebben een heropleidingscentrum voor blinden en slechtzienden. Daar ben ik mij nu aan het herscholen. Ik leer nu braille en dactylo. Ik moet mij door mijn handicap opnieuw oriënteren. Ik moet onderzoeken wat mijn mogelijkheden zijn en mijn weg zoeken. Ik ben net een groot kind dat helemaal van voor af aan begint.”

Ondanks zijn handicap schetst De Rijcke voor zichzelf een hoopvol toekomstbeeld. “Weet je wat ik graag zou willen doen? Koken in een daklozencentrum. Dat is een job die ik nog kan uitvoeren en waarvoor je veel waardering terugkrijgt. Ik krijg dan het gevoel dat ik iets nuttigs doe.”


donderdag 22 maart 2012

Transgender (deel 2): als je alles voortdurend dubbel ziet

"Ik ben het beu om alsmaar te moeten uitleggen dat ik transgender ben"

"Die eerste drempel zit tussen de oren, die moet je kunnen overwinnen." De persoon tegenover mij spreekt het gedecideerd uit. Ze heeft het immers allemaal meegemaakt. Vanavond praat Marianne Dubois (44), omdat ze zich zo voelt. Maar het had net zo goed Hans Dubois kunnen zijn die hetzelfde verhaal zou vertellen. Of misschien toch net even anders. Klinkt dat verwarrend? Dat vindt Marianne zelf ook: "Was ik maar een vrouw geweest, dan was alles veel gemakkelijker. Maar er zijn evenzeer momenten dat ik verlang naar mijn mannelijke kanten. Ik moet nu eenmaal schipperen tussen beide."

Tekst: Dominique Verschuren



"Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit een kus heb gekregen van mijn moeder"

Je vertelde dat je uit een conservatief, katholiek, Westvlaams milieu komt.
Dubois: "Wij waren thuis met vijf mensen, mijn ouders en drie kinderen. Dat waren alle vijf aparte individuen. Echt apart. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit een kus heb gekregen van mijn moeder. Of dat we ooit samen aan tafel hebben gegeten. Dat was onbestaand. We moesten van jongs af aan aan onze eigen inkomsten zien te komen. Toen ik negen, tien jaar was, ging ik elk weekend werken aan de kust. Go-karretjes. Elke vrijdagavond, zaterdag, zondag: verhuren en kuisen. Mijn ouders heb ik al vijfentwintig jaar niet meer gezien. Dat staat los van mijn transgenderverhaal. Met die mensen heb ik niets meer te maken. "

Op affectie heb je dus niet hoeven te rekening in je jeugd?
Dubois: "Affectie? Zij hebben ons vooral afgebroken. Dat was de hobby van mijn ouders: maak de kinderen kapot en elkaar. Als een paar keer op je hart wordt getrapt door mensen van wie je verwacht dat zij je toch graag zien, dan leer je als kind terug te vallen op je sterke wapens. In mijn geval: mijn koppie gebruiken. Ik blij dat ik nu een schat van een vriendin heb en toch uit kan komen voor mijn transgender. De meesten doen dat niet."

Ben jij minder Marianne als jij mannenkleren aan hebt?
Dubois: "Dat moet je vragen aan Else, mijn vriendin. Else kan aan de telefoon horen of ik Hans of Marianne ben. Die grenzen zijn natuurlijk vaag. Het is niet zo dat als ik Marianne ben dat de mannelijke kant slaapt. Die is ook wel aanwezig. Andersom ook: er is altijd wel een Marianne aanwezig. De mannelijke kant is verbaal agressiever. Marianne is een stuk socialer..."

Je praat nu spontaan in de derde persoon over jezelf. Doe je dat vaak?
Dubois: "Soms wel ja."

Is dat niet vervreemdend?
Dubois: "Dat kan vreemd overkomen. ik probeer dat rationeel te beschouwen. De mannelijke kant is heel rationeel, kan heel sarcastisch zijn. Marianne houdt van het sociale. Zij kan ook heel goed luisteren."

Als een vriend een probleem heeft ga je dan gemakkelijker als Marianne dan als Hans omdat Marianne beter kan luisteren?
Dubois: "Als iemand effectief zegt 'Ik heb een probleem', dan weet ik dat ik het stukje Marianne moet laten primeren. Dat zal ook meer helpen. Langs de andere kant: die mannelijke kant kan soms hard aankomen, maar hij is ook heel eerlijk en rechtuit. Ik zeg dan ook eerlijk dat iets niet kan. Een bepaald project dat heel zakelijk en efficiënt moet worden georganiseerd en dat ik hier thuis aan de computer doe, doe ik bewust als Hans. Een ander stom voorbeeldje: ik schaak geweldig graag. Als Marianne verlies ik veel gemakkelijk dan als Hans. Als je wilt winnen, speel je beter tegen Marianne."

Van wie hou je het meest, Hans of Marianne?
Dubois: (stilte) "Ik denk dat de combinatie ideaal is. Als ik als Marianne op straat loop ben ik voorzichtiger. Als Marianne ben ik op straat zelfzeker, als Hans eerder arrogant, dan heb ik echt het gevoel dat ik alles aankan."

Dat genderverschil, heb jij dat beter door dan niet-genderisten, denk je?
Dubois: "Dat is moeilijk te beoordelen, maar ik denk het wel. Als ik hoor wat anderen daarover zeggen... Op het werk ben ik echt de communicatiepersoon. Zowel mannen als vrouwen komen naar mij toe voor hun problemen. Over het huishouden, over gevoelens, over dat ze gaan scheiden, over wat ze hadden gekocht, en de mannen over typische mannenzaken."

Heb jij ook het gevoel dat jij beide seksen beter begrijpt?
Dubois: "Ik hoop dat ik ze beter snap. Ik denk dat ik wel beter dan een doorsnee man kan aanvoelen wat een vrouw bedoelt. Dat is een van de leukere kanten van het transgender zijn. Ik kan het aanvoelen hoe leuk het is als vrouw om je in een nieuwe kleren te steken. Dat is een speciaal gevoel dat sommige mannen ook wel hebben, maar toch iets typisch vrouwelijk is."

Jij voelt aan den lijve het verschil tussen man en vrouw? En de verschillende gedragingen die daar bijhoren...?
Dubois: "Wat sommige transgenders, met name mannen die als vrouw verkleed zijn, vergeten is dat ze zich niet kunnen gedragen als mannen. Je gaat niet naar het café en slaat een paar pinten achterover. Of met je benen wijd zitten. Dat doet een vrouw normaal niet. Je ontdekt dat er veel meer sociale regeltjes bestaan voor vrouwen dan voor mannen. Een man mag veel meer dan een vrouw. Een man die de ene vrouw na de andere vrouw versiert is een echte, een vrouw die meerdere mannen na elkaar heeft is een slet. Dus veel transgenders, verkleed als vrouw, denken de ene vrouw na de andere te versieren. Dan voelen ze zich op en top vrouw. Die mannen maken echt een karikatuur van een vrouw. In feite doen zij datgene wat een man wil doen, alleen kleden ze zich als vrouw om iemand te verleiden."

Botsen die kanten dan niet enorm met elkaar: de machokant van een womanizer en de waardigheid van een vrouw?
Dubois: "Ikzelf heb de neiging nooit gehad om meerdere vrouwen te versieren. De meeste travesties zijn mannen die vallen op vrouwen. Tenzij ze zich omkleden, dan willen ze ook wel eens het bed delen met een man. Die weerstand om met een man seks te hebben wordt plots overwonnen. Doe je die kleren uit dan is het weer gedaan."

Is dat een vorm van homoseksualiteit?
Dubois: "Nee, in feite niet. Ze zien die mannen ook niet graag. Het gaat om de kick. De opwinding die ze krijgen als ze zich sexy kleden is zodanig sterk dat het verlangen geslachtsoverschrijdend wordt."

"Ik ben nooit gepenetreerd en ik heb nooit gepenetreerd"

De dwang om het ene moment man te zijn, de volgende uren als vrouw door het leven te gaan lijkt me tijdrovend. Die dagelijkse transformatie, hoe lang duurt die?
Dubois: "Dat ligt eraan. Ik wist gisteren al dat ik vandaag op stap zou gaan. Daarom heb ik gisteren al mijn nagels gelakt. Als ik dan 's ochtends opsta in mijn pyjama dan denk ik: Wat ga ik vandaag aandoen?

Geniet je van dat moment?Dubois: "Ja, ja... (lacht) echt waar. Leren rokken... Ik heb er dertig. Kort, lang, dof, blinkend, zijsplit... Dan ga ik kijken wat vandaag het beste past. Ik hou enorm van de kleuren zwart en rood. Ik zou mijn stijl willen omschrijven als strak en somber. "

Waarom altijd die korte rokken, waarom altijd dat overdreven vrouwelijke?
Dubois: "Dat klopt. Marianne is heel vrouwelijk..."

Er zijn veel vrouwen in het straatbeeld die broeken dragen...
Dubois: "Ik heb wel leggings. Maar die zijn ook allemaal zwart of rood. Opvallend glanzend. Ik voel me gewoon lekker daarin. Ik vind het zalig om dat te dragen."

Ik zie ook dat je borsten draagt.
Dubois: "Dat zijn prothesen van siliconen gemaakt."

Mis je iets als je die prothesen ziet?
Dubois: "Goh! Het zou veel praktischer zijn mocht je een pil kunnen pakken dat je ineens het lichaam van een vrouw krijgt. Maar ik mis niet iets."

Anders uitgedrukt: als je vrouwenkleren draagt, stoort je penis je dan?
Dubois: "Het zou leuker zijn als het er niet is, maar het is er. Vandaar dat ik het ook heel strak wegbind."

Hoe beleef jij seks? Als man of vrouw?
Dubois: "Ik heb geen seks. In het verleden heb ik wel wat clubs bezocht, maar nooit seks. Absoluut niet. Ik ben nooit gepenetreerd en ik heb nooit gepenetreerd. Ik heb als man geen behoefte om seks te hebben met een vrouw. En puur homoseks spreekt mij ook niet aan. Ik heb er gewoon geen behoefte aan. Ik heb daar totaal geen last van. Ik ben gewoon niet seksueel actief. Ook geen masturbatie. Mijn geslachtsdeel zit weggeborgen, dus dat gaat moeilijk."

Raak je dan nooit spontaan opgewonden?
Dubois: "Nee, totaal niet."

Ook niet als je een leren rok aan hebt?
Dubois: "Nee, het is geen fetisj in die zin dat ik een seksuele prikkeling krijg als ik een rok draag. Je krijgt een bepaalde uitstraling. Dat is tof. Ik zie in die foto's van mij ook geen seks, maar lifestyle, hooguit verleiding, maar zeker geen seks."

"De grootste uitdaging is de maatschappij"

Volgens Dubois lopen er in België circa 280.000 transgenders rond. Meer dan 95 procent komt niet uit de kast. Ze trekken stiekem kleren van hun vrouw aan als die niet thuis is. Of ze duiken een club in waar ze mensen met dezelfde verlangens ontmoeten. Het is niet gemakkelijk om uit die verborgenheid te ontsnappen. Dubois weet als geen ander welke prijs je betaalt om je te profileren als transgender. Maar jezelf wegcijferen heeft op lange termijn geen zin. Het is als een bal die je het water in wilt drukken maar die toch altijd weer boven komt.

Dubois: "De grootste uitdaging is de maatschappij. Je begint met een toerke in de buurt. Sommigen gaan eerst naar een club. Je kleed je daar om en rond sluitingstijd verkleed je je weer terug als man. Bij de volgende stap kleed je je niet meer terug om maar ga je als vrouw terug naar huis. De allereerste keer dat ik uitging, gekleed in vrouwenkleren, ging ik samen met mijn zus. Naar een kroeg op vijftien minuten lopen. Zij stelde voor eerst nog langs de frituur te gaan. Maar op een bepaald moment zei ze: 'Ik moet weg. Ik zie je morgen nog wel.' En weg was ze. Daar stond ik dan: kort gerokt, kousen aan, hoge hakken, een vrouw van een meter vijfennegentig. Dan kun je drie dingen doen: ofwel sterf je ter plaatse, in de frituur werd ik al volop begluurd. Ofwel ga je verder en val je. Ofwel ga je verder en word je sterker. Het is net leren lopen."

Denk jij dat je het nog gaat meemaken dat je als Marianne niet meer zo voorzichtig hoeft te zijn?

Dubois: "Het wordt erger met de jaren. De maatschappij polariseert. De sfeer wordt agressiever. De laatste jaren is dat merkbaar veranderd. Negatieve reacties uit de allochtone hoek, de Oosteuropeanen... Ik ben voor de emancipatie van iedereen. Ik vind dat iedereen kansen moet krijgen om zijn of haar leven op te bouwen. Kansen voor mij, voor vrouwen, mannen, allochtonen, maakt mij niet uit. Maar als je onderdeel uitmaakt van deze maatschappij dan moeten de neuzen wel dezelfde kant op staan. Je moet er wel voor gaan. We leven in een democratische staat, we leven in een rechtstaat. De vrijheid van meningsuiting is ook belangrijk. Als ze mij uitschelden, dan maakt mij dat niet uit. Mijn grens ligt als ze oproepen tot geweld."

Word je het nu nooit beu om altijd maar te moeten uitleggen wie je bent en hoe en waarom?
Dubois: "Ja, dat ben ik intussen wel beu. Ik heb sinds 2006 me enorm ingezet voor de transgendergemeenschap. Ik heb lansen gebroken, interviews gedaan, fotoreportages, psycholoog gespeeld, begeleider voor transgenders die uit de kast wilden komen... Maar je krijgt er soms barweinig voor terug."

Dat klinkt verbitterd.
Dubois: "Ik vind het op zich wel een fascinerende wereld. En voor een deel is het ook mijn wereld. Ik behoor tot die wereld. Maar als je zo vaak de deksel op je neus krijgt, dan houdt het ooit eens op."

Je behoort tot die wereld tegen wil en dank?
Dubois: "Ja... die wereld...  ja... goh... Behoor ik tot die wereld? Ik ben een transgender, maar behoor ik tot die wereld? Ik zie het ook niet als een aparte wereld, ik ben gewoon een onderdeel van de maatschappij. Ik ben sowieso nogal individualistisch."

Maar je hebt ook een soort leidersrol in die wereld?
Dubois: "Mensen volgen mij graag, maar ik word niet graag gevolgd. Mensen hangen graag wagonnetjes aan je locomotief. Maar mensen moeten het zelf doen. Ik kan mensen niet altijd bij de hand pakken en voor alles gaan zorgen."

Welke boodschap draag jij graag uit?
Dubois: "Ik ga ervan uit dat transgenders gewone mensen zijn zoals iedereen. Ze moeten meedoen met de maatschappij. En zichzelf niet altijd in een slachtofferrol duwen. Soms komen van die transgenders samen en beginnen ze te discussiëren: 'Wij kunnen niet buiten komen, want de wetteksten zijn nog niet aangepast.' En dan zeg ik: 'Je zou veel beter op straat komen en laten zien dat je net bent als iedereen. Maar als je je blijft verbergen en je duwt jezelf in een slachtofferrol dan bereik je helemaal niets. Wil je een maatschappelijk draagvlak creëren, dan lukt dat alleen om mee te doen en te zijn wie je bent. Kom naar buiten en praat erover en wees er open en eerlijk in. Er zijn meer dan 280.000 transgenders in België, 95 procent zit opgesloten."

Op de Gay Pride kom je ook transgenders tegen, je vindt ze vaak in gaycafés... Als ze gelijkwaardig willen zijn waarom isoleren ze zich dan zo?
Dubois: "Dat heb ik me ook afgevraagd. Waarom altijd die opsplitsing in kleine groepjes? Toch is die drempel niet altijd gemakkelijk te nemen. Uiteindelijk ga je het toch zoeken bij gelijkgestemden. Maar dat mag geen cultus worden, dat moet beperkt blijven. Stap uit dat transgenderwereldje!"

Je hebt mij ervan overtuigd dat 'je transgender voelen' niet iets is dat je kunt onderdrukken, maar de goegemeente denkt daar vaak heel anders over.
Dubois: "Dat is met een heleboel zaken. Laten we hopen dat we dingen kunnen veranderen met educatie en actief aanwezig zijn. Er is een tijd geweest dat vrouwen echt geen broek konden dragen. Nu is het de normaalste zaak van de wereld. Je moet mensen de kans geven. Maar je moet om die emancipatie te realiseren wel meedoen. Je kunt niet aan de zijlijn blijven. Je moet zelf meespelen, want anders kun je geen doelpunt scoren. Als je meespeelt, kan je balverlies leiden, een rode kaart krijgen, tegen je schenen geschopt worden..."

Ben je optimistisch over de toekomst?
Dubois: "Nee. Voor transgenders blijft het moeilijk om tegen het vooroordeel te vechten. De maatschappij verandert niet ten voordele. De economie zit momenteel niet mee. Mensen hebben minder werk, minder inkomsten, worden chagrijniger en egocentrischer. Ze hebben minder oog voor maatschappelijke zaken. Mensen stellen zich vragen: Waarom moet er 80.000 euro besteed worden aan de Gay Pride. Kunnen we met die 80.000 euro geen nuttigere zaken doen, als er zoveel mensen werkloos zijn? Waarom dan een operatie bekostigen van een transgender? Dat is een reële vraag!"