dinsdag 12 juni 2012

Pierre Bokma over zijn spel


"Luister naar me en hoor wat ik zeg"


Pierre Bokma (56) verschuift zijn stoel en komt dichterbij zitten. Al zijn aandacht is voor het gesprek en de gesprekspartner. Confrontatie aangaan, contact zoeken: het lijken levensvoorwaarden voor hem. Voor minder worden vrouwen verliefd op een man. De acteur die velen als de beste van het land beschouwen toert momenteel door het land met het stuk Oom Wanja van Anton Tsjechov, onder regie van Gerardjan Rijnders. Bokma: "Iemand heeft ooit gezegd: 'Jij bent een tovenaar.' Dan denk ik bij mezelf: ontzettend lief van je, maar ik wou dat ik het was. Natuurlijk wilde ik al vanaf mijn vijfde tovenaar worden, want dan hoef je je nergens zorgen om te maken. Tovenaar zijn is een streven. Maar de beste acteur van Nederland... Wie bepaalt dat? Ken jij een 'beste-acteur-van-Nederland-meter'?"

Door Dominique Verschuren

Waar draait acteren volgens jou om?

Bokma: "Ik wil met de gegevens die ik heb, ik en hoe ik in de wereld beweeg, de mensen overtuigen dat de man die dat speelt ook een ander is. Daarvoor moet je kijken of je de mogelijkheden hebt die aansluiten bij wat jij denkt dat dat personage nodig heeft. Het hoeft niet iets te zijn dat je dagelijks gebruikt. Als jij geen psychopaat bent en je moet een psychopaat spelen, dan moet je nagaan: Wat is een psychopaat? Dan moet je kijken of in jou de mogelijkheden liggen om een blijvende indruk te wekken dat je dat bent."

Waar haal jij de psychopaat in jezelf vandaan?

Bokma: "Een psychopaat is iemand die gewetenloos is. Dan moet je nagaan of je dat kan overbrengen, niet alleen maar suggereren."

Zijn dat geen trucs?

Bokma: "Alles is een truc. Als je een compliment maakt aan een vrouw en het is écht gemeend, dan zal ze dat het minst vaak geloven. Als je het truc laat zijn, zal ze eerder geneigd om het te accepteren. Omdat ze weet dat het een spel is. Als het echt is en ze accepteert het... ja dan... dan liggen er mogelijk andere consequenties. (lacht) In het spel dat jij met haar speelt, weet zij net iets anders en iets meer dan jij. Zij anticipeert op die ene nacht en nog veel meerdere nachten, op misschien nooit een nacht of pas over een jaar een nacht. De vrouw heeft de touwtjes in handen. Maar hoe hoger de kwaliteit van jouw spel, hoe interessanter het wordt."

Speel je datzelfde spel ook met het publiek?

Bokma: "Ja."

Maar het publiek gaat niet met jou naar bed?

Bokma: "Nee, het publiek vereenzelvigt zich met mij, met de rol en het stuk waarin ik sta. Het publiek is bereid heel ver te gaan en heel veel concessie te doen. Hoe intiemer de omgeving is waarvan de toeschouwer afstand wilt doen om bij jou in het spel te zitten, hoe beter het werk is dat je levert. Als een van hun intiemste eigendommen beschouwen toeschouwers tijd. Hun tijd. Als mensen dat echt vergeten, he-le-maal vergeten... dan vergeten ze alles. Ook hun zorgen."


Het geheim van Pierre Bokma


Is een acteur een scheppend kunstenaar?

Bokma: "Nee. Hij is een ongelofelijke ambachtsman. En daarbovenop kan hij nog een excellent kunstenaar worden. Een keer."

Hoe?

Bokma: "Hij kan in een stuk een rol spelen waarbij hij boven zichzelf uitstijgt. Op die manier dat zelfs de schrijver en de regisseur zich erover verbazen. Dan raak je vaag het gebied van scheppend kunstenaar. Dan ben je niet een uitvoerend ambachtsman, maar je sublimeert. Beyond control voor anderen. De ander moet denken: Dat kan ik ook, maar het moet onmogelijk blijven. Het is alleen aan jou en dan ben je een kunstenaar."


Guus Hermus
Hoe vaak heb je dat niveau bereikt in de afgelopen dertig jaar?

Bokma: "Nauwelijks. Er is ook het heilige moment op het toneel. Waarin zoiets verschrikkelijk goed gaat dat het aan tijd en ruimte ontstijgt. Dat is bijna een kwantum fysische ervaring. David in Nacht, de moeder van de dag van Lars Norén was zo'n rol. Daar ging het boven zichzelf uit, het stuk ook. Als ik aan dat niveau denk, denk ik ook aan Guus Hermus. Ik heb helaas nooit de kans gehad om met hem te spelen. Ik heb hem zien spelen in Cyrano de Bergerac. Met name de laatste apotheose van dat stuk, dat was zo onwerkelijk mooi. Als je mij weet te overtuigen, met alleen maar: 'Luister naar me en hoor wat ik zeg. Hoor wat ik zeg.' Dat vond ik geweldig. Met zo weinig, met zulke eenvoudige middelen, waarbij je abusievelijk gaat denken: Oh, dat kan ik ook. Want dàt is kwaliteit, als iedereen gaat denken: dat kan ik ook. Dàt is talent."

Waar haal jij jouw talent vandaan? Wat is je geheim?

Bokma: "Als ik het had, zou ik het je natuurlijk niet vertellen."

Waarom niet?

Bokma: "Ja, hallo! Jij schrijft dat op, dan weet iedereen het. Dan ben ik mijn geheim kwijt.







Nee, want jij bent de enige die dat echt kan. Jij bent die tovenaar, die anderen zijn imitators.

Bokma: "Alchemie. Als je het geheim kende, dan kon je het. Als ik het wist zou ik het zeggen, ik weet het niet, ik weet het niet. Ik denk na. Ik ben niet dom en ik denk na. Over wat ik aan het doen ben. Je moet een intuïtief soort denken hebben. Soms mag je echt denken, maar alleen als het dreigt fout te gaan, hoe moet ik het oplossen? Daarvoor en daarna moet je denken. Na afloop, moet je heel eerlijk zijn: dat ging niet goed. Ik kan wel hopen en liegen tegen beter weten in dat het goed was, maar het was niet goed. Hoe komt dat? Wat deed ik daar? Vaak is het ijdelheid. Ik wilde daar die reactie van gisteren weer hebben. Daar leende zich de situatie van vandaag niet voor. Dan moet ik alles vergeten, open en opnieuw. Herhaling zien te vermijden. Hoe iemand dat doet, dat moet iedereen voor zichzelf uitzoeken."


Wat is intuïtief denken?

Bokma: "Je laat je intuïtie de baas zijn over je denken. Je hebt een snelweg nodig tussen je hoofd en je hart. Een van de twee moet het overnemen. In tijden van nood moet het hoofd het overnemen, dat moet je calculeren, dan moet je intuïtie ondergeschikt blijven. Op het toneel moet je het andersom doen, daar moet je het denken ondergeschikt maken aan je intuïtie. Die intuïtie laat genoeg ruimte over om dat denken zijn handige werk te laten doen. Als je iets gaat willen, dan wordt het helemaal niets. In je buik zit Jasha Heifetz of Paganini, de man met de viool. Als je zegt: 'Ga nu spelen!', dan verdomt ie het. Op het moment dat je hem uitnodigt: 'Doe je mee?', dan speelt hij de mooiste dingen. Dan heb je er helemaal geen zeggenschap meer over. En als het echt goed is, dat zijn van die magische momenten. Dan ben je echt een tovenaar. Dat is een kwantum mechanisch moment. Dat ben je los van tijd en ruimte, los van kracht en last."


"Liefde is altijd volkomen egoïstisch"


"Kortstondige liefdes zijn de diepste liefdes," heb je ooit gezegd. Wat bedoel je daarmee?

Bokma: "Dat ging over mijn ouders. Zij zijn op een vreselijke manier verliefd geraakt op hele jonge leeftijd. Het is uiteindelijk door allerlei omstandigheden niet door gegaan, maar wel met mij als resultaat. Ze hebben dat hun leven lang met zich meegedragen. De kans om het te laten uitgaan als een kaars hebben ze niet gehad. Dat zijn de diepste liefdes. De liefdes die ongrijpbaar blijven, die onaf zijn. Het begin is zo ongelofelijk diep, je stort echt bijna in elkaar. Als de omstandigheden het niet toelaten blijf je met dat verlangen zitten om daarnaar terug te keren."

Geldt dat ook voor de niet-geconsumeerde liefdes?

Bokma: "Ja. Liefde is verlangen. Liefde is het verlangen de ander te zijn. Omdat je dan de volledige controle hebt over de ander. De ander wil je hebben, die moet van jou zijn. Terug naar de symbiose."

Het klinkt als elkaar bezitten. Is dat geen ongezonde vorm van liefde?

Bokma: "Er zijn heel veel ongezonde liefdes. Ook liefdes die liefdes worden genoemd maar geen liefdes zijn. Je hebt ook liefdes waarbij van beide kanten een even sterk verlangen is om van elkaar weg te gaan. In elkaar proberen de middelen te zoeken om dat te kunnen. Ook een vorm van liefde."


Bokma als oom Wanja
Je hebt ook gezegd dat het onmogelijk is om van elkaar te houden?

Bokma: "Ja. Dat is een staat van zijn die het lichaam gewoon niet toelaat. Het houden van, mensen die zeggen permanent van elkaar te houden, drijven op de herinnering aan een vroeger moment. En zij proberen voortdurend de daadwerkelijke ervaring te hebben, maar die komt bijna nooit meer terug. Misschien bij noodgevallen, zoals dood of een zwaar verlies."

Is dat niet een strohalm die je je wilt toe-eigenen?

Bokma: "Dat is houden van. Het woord zegt het al. Het houden, het willen hebben. Het aanwezig willen zijn binnen jouw aura. Er zit bijna geen altruïsme bij. Kan niet. De monnik die zichzelf dertig jaar geselt wil alleen maar het dichtst bij God zitten. De verpleegster die anderen zo graag helpt... Omdat men denkt: 'Ik doe goed, ik ben een goed mens, dus verdien ik straks wat.'"

Als jij houden van als puur egoïstisch bestempelt, hoe zit het dan met de liefde voor jouw kinderen?

Bokma: "Dat is bloedverwantschap. Dat is een volslagen ander soort liefde. Dat is een vanzelfsprekende liefde. Ik heb gezegd toen ik mijn kinderen kreeg: 'Ik wist niet dat liefde zo vanzelfsprekend kon zijn.'"

Vanzelfsprekend?

Bokma: "Ik hoef er niets voor te doen. Het is er. Het zijn jouw nazaten, dus het moet zo sterk mogelijk tevoorschijn komen, zo goed mogelijk onderhouden worden.

Dat is ook egoïstisch, omdat het jou het beste uitkomt: 'Kijk eens waar ik biologisch toe in staat ben!'

Bokma: "Alles is egoïstisch. Dat jij hier zit is egoïstisch. En ik probeer het beste antwoord te geven om jou te imponeren. Ik haal het beste uit mezelf naar boven als ik spreek met iemand die op hetzelfde niveau zit. Twee kunnen meer dan een. Met kinderen is dat ook, die hebben die prioriteit. Alleen weet ik niet of dat altijd verstandig is."


"Misschien verheug ik me juist op iedereen met fout en al"


Hoe ervaar je je eigen talent? Moet jij er hard voor werken of drijf je erop?

Bokma: "Talent heb je. Daar hoef je niets voor te doen. Ik heb vooral talent om te weten dat ik talent heb. De gave om het talent uit te bouwen, te weten wat het is en hoe je het moet doseren. Het talent om te weten waar je je kan ontplooien en waar je je rustig moet houden. Het doseren van die dingen is voor een groot deel intelligentie en ik denk dat ik dat wel heb. Op dat gebied ben ik niet dom."

Dat is ook psychologisch? Kun jij mensen doorzien?

Bokma: "Ja, dat denk ik wel."

Ben je al vaak teleurgesteld daarin?

Bokma: "Waarom zeg je teleurgesteld? Misschien verheug ik me juist op iedereen met fout en al. Al die mensen zijn uiterst uniek. Of ze jou nu in de weg zitten of niet, of jij ze mag of niet, of jij ze interessant vindt of niet. Ik ben niet zo gauw teleurgesteld. Mensen zijn zoals ze zijn. Waarom zou ik zo arrogant zijn om te denken: 'Mijn lijn is de beste en iedereen die daar niet op zit, daar ben ik teleurgesteld in.' Dat is nogal ijdel."

Neem bijvoorbeeld de moeders van je kinderen?

Bokma: "In hun ben ik niet teleurgesteld."

Die drie vrouwen hebben jou toch behoorlijk voor een voldongen feit gesteld. In dezelfde periode confronteerden ze jou met het nieuws dat ze alle drie zwanger waren van jou.

Bokma: "Ja. Klaar."

Dat is wel erg laconiek.

Bokma: "Ja, maar dat is de enige mogelijkheid om te overleven. Als je een situatie creëert waartegen je geen remedie hebt en die jou in de weg zit, dan word je ziek en hol je jezelf uit. Je kunt je kinderen niet meer zien, want daar hou je ook een rancune aan over. Mensen die dat doen, daar zou ik teleurgesteld in zijn. Tuurlijk heb ik ook wel momenten gehad waarin ik het moeilijk vond en niet prettig had, maar ik heb nooit iets tegen de kinderen gehad. Met de moeders heb ik wel een behoorlijke strijd gehad, maar dat is de logische strijd die iedereen in zo'n situatie uitvecht."

Welke strijd heb je met de moeders van je kinderen uitgevochten?

Bokma: "De strijd dat het handiger was geweest als we het er samen over eens waren geweest. Voor het kind zou het idealer geweest zijn. Maar daar heb ik me redelijk snel overheen gezet. Na anderhalf à twee jaar was ik daar mee klaar. Het heeft geen zin om er over te tobben of te zeuren, we moeten er het beste van maken."

En dat lukt?

Bokma: "Dat lukt wonderwel. Met vallen en opstaan."

Heb jij altijd zo pragmatisch in het leven gestaan?

Bokma: "Als je, zoals ik in mijn jeugd, van het ene gastgezin naar het andere internaat gaat, leer je behoorlijk improviseren. Dan heb je een behoorlijke buffer, een enorm vangnet voor problemen. Je kunt heel snel anticiperen, je ziet dingen aankomen, je voelt het. Dat is intuïtie. De mate waarin je voelt waar goede, slechte of hele slechte dingen vandaan komen. Het weten, het onderkennen, het omschrijven en weten adequate maatregelen daartegen te nemen. Dàt... is intelligentie."


1 opmerking:

  1. Ongelooflijk de dingen die deze bijzondere acteur hier zegt zijn zo waar. Ben alleen bang dat hij vaak verkeerd begrepen wordt. Deze man is een boeddhist in hart en nieren.

    BeantwoordenVerwijderen